Categorie

Zangvogels (Passeriformes)

Familie

Vinken (Fringillidae)

Grootte

15 tot 17 cm

Biotoop

Naaldbossen

Broedparen

Moeilijk. Enkele honderden tot duizenden

Populatie

Vrijwel constant

Verspreidngsgebied

Bij de kruisbek hebben het mannetje en het vrouwtje een verschillende kleur, maar lijken verder wel op elkaar. Het mannetje heeft een steenrode kleur, terwijl het verenkleed van het vrouwtje grijsgroen is. Het meest kenmerkende aan het uiterlijk van de kruisbek is echter de gekruiste snavel, waarmee de vogel zaden uit de kegels van naaldbomen kan halen. De kruisbek leeft dan ook met name in naaldbossen. In de vlucht is de kruisbek te herkennen aan de golvende vlucht. De roep is een typerend klip, klip, dat vaak in snelle series te horen is.

Weinig vogels hebben zo'n ongewone snavel als de kruisbek: de bovenste en onderste snavelhelft kruisen elkaar! Zo'n snavel is een uiterst effectief gereedschap om zaden uit dennen- en sparappels te halen. Kruisbekken zijn vinkachtige vogels, die vooral in de trektijd en in de winter in Nederland verblijven. Kruisbekken houden zich vaak op in groepen. Ze zijn te herkennen aan een diepe, golvende vlucht, gevorkte staartpunt en "kiep"-geluid. Strijkt een groep kruisbekken neer in bomen dan zijn ze meestal boven in de kroon te ontdekken, waar ze hangend aan dennen- of sparappels naar voedsel zoeken. Wie zoekt naar een plas water in de omgeving kan daar geluk hebben en één of meer kruisbekken zien drinken.

Het voedselaanbod is bepalend voor de periode waarin de kruisbek broedt. Hoewel de meeste vogels in de eerste maanden van het jaar beginnen met broeden kunnen vrijwel het hele jaar door jongen grootgebracht worden, iets dat uitzonderlijk is voor een Nederlandse vogel.

 

 

Kenmerken van de vogel:

  • De punten van de snavel kruisen elkaar
  • Het mannetje is roodbruin van kleur
  • De vleugels en de staart van het mannetje zijn donker gekleurd
  • Het verenkleed van het vrouwtje is olijfkleurig